Geschiedenis van de ZHVC
Na de tweede wereldoorlog probeerden 2 toenmalige zweefvliegverenigingen (de Haagsche Zweefclub en de Leidsche Zweefclub) het zweefvliegen weer op te starten. Door weinig beschikbare opties kwamen beide verenigingen in april 1946 terecht op het toenmalige Marine Vliegkamp Valkenburg (MVKV) iets ten noorden van Wassenaar. Beide verenigingen fuseerden op 6 oktober 1946 tot de Zuidhollandse Vliegclub (ZHVC).
In de eerste jaren van het bestaan van de ZHVC werd al het materieel (zweefvliegtuigen en lier) gehuurd van de Koninklijke Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL). Voor de stalling van de vliegtuigen kon gebruik worden gemaakt van de hangaars van de Marine.
Mede dankzij het beschikbaar stellen van een financiële lening door (wederom) de KNVvL kon eind 1956 begonnen worden met de bouw van een eigen hangaar. Deze werd begin 1957 opgeleverd, ook al liet de aanleg van elektriciteit en water nog enige jaren op zich wachten.
In de jaren die volgden werd het gehuurde materieel geleidelijk vervangen door eigen aankopen en werd de eerste hangar tot 2 keer toe vervangen en verplaatst naar een andere locatie op het Vliegkamp.
Na de sluiting van het Marine Vliegkamp Valkenburg in 2006 heeft de ZHVC nog tot 2015 kunnen zweefvliegen op deze locatie. Toen echter begonnen werd met de ontmanteling van het vliegveld was zweefvliegen niet meer toegestaan en zijn de vliegactiviteiten noodgedwongen verplaatst naar Terlet (iets ten noorden van Arhem).
In de laatste periode dat de ZHVC op het MVKV vloog bestond de vloot uit 8 vliegtuigen:
- 1 motorzwever
- 1 sleepvliegtuig
- 2 tweezitters voor lesvluchten
- 2 éénzitters voor solisten
- 2 prestatie éénzitters
- 1 tweezitter voor lesvluchten
- 1 prestatie tweezitter met hulpmotor
- 2 éénzitters voor solisten
- 1 prestatie éénzitter